Handreikingen en bouwstenen voor vieringen - Pasen

Pasen

Bij de methode hoort een aparte module ‘vieringen’. Daarin wordt een inleiding op liturgie gegeven. Daar treft u ook een schema aan voor een H. Mis en voor een Woord- en gebedsviering.  De bouwstenen  van de website zijn een hulp bij het gestalte geven van vieringen. Hierbij worden de schematische overzichten van H. Mis en Woord- en gebedsviering gebruikt, zoals die in de methode staan.

Pasen

Met uw groepje deelnemers kunt u ‘Pasen’ op twee momenten bijzonder vieren:

  1. door het bijwonen en handelend deelnemen aan de ’weg van Jezus’ op Goede Vrijdag
  2. door op een bijzondere manier deel te nemen aan de hernieuwing van de doopbeloften in de mis van Pasen (1e Paasdag).

AD.1 De weg van Jezus

Het onderdeel ‘de weg van Jezus’ uit module 18 kunt u gebruiken om met de kinderen uit uw groepje niet alleen de kruiswegafbeeldingen in de kerk beter te leren kennen door ze te bekijken, maar door het verrichten van symbolische handelingen zélf directer bij het verhaal betrokken te raken.

De tekst en bijbehorende werkvorm leveren een rolverdeling op. Met die rolverdeling en symbolische handelingen kunt u met les 2 uit module 18 de  aanzet geven tot een ‘levende kruisweg’ die  op Goede Vrijdag verzorgd kan worden door de kinderen uit uw groepje voor alle kinderen en volwassenen die op die dag omstreeks 15.00u een kruisweg willen bijwonen. Dat vergt wel enige voorbereiding…

De uitvoering op Goede Vrijdag

Voorbereiden

Zorgen voor bijvoorbeeld…

  • standaard met stevig karton waarop duidelijk de tekst van het gebedje staat (Stap voor stap….) een kruis dat in een steun neergezet kan worden, doornenkroon, 3 rode* kaarsen, 1 grotere witte kaars,  2 opstapjes van verschillende hoogte, 3 rode doeken voor er overheen/ op de grond, 1 rode doek voor over het grote kruis, theelichtjes, water+ handdoek( bijv. het bekken dat in de mis voor de handwassing wordt gebruikt), spijkers en hamer, kannetje olie/zalf, rollen verband
  • overleg met priester, werkgroep(en) en koster
  • berichtgeving in parochiekrant, wijk-of dorpskrant

Bij de uitvoering:

  • er zijn kinderen die een ‘sprekende rol’ hebben, en er zijn er die handelingen moeten verrichten.
  • zorg dat een kind dat een handeling moet doen, goed weet wanneer het aan de beurt is.
  • men komt bij elkaar in de ruimte voor de voorste rij banken of stoelen en het priesterkoor. De kinderen die voorwerpen bij zich hebben staan gewoon tussen iedereen in. Zij komen dus midden uit de groep kerkgangers.
  • voorwerpen kunt u bijvoorbeeld het nummer van de statie geven waar ze bij horen.
  • de tekst van ‘de weg van Jezus’ (bijeenkomst 1 en 2) wordt opgedeeld in 14 ‘stappen’ die overeenkomen met de staties.  
  • niet alle staties komen als zodanig voor in de tekst van module 18. U kunt dan volstaan met het laten benoemen van die statie, het verrichten van bijbehorende handeling en het uitspreken van  het korte gebed.

Bijvoorbeeld: Statie 3. In de tekst staat er: ‘Hij moest zijn eigen kruis dragen. Dat lukte niet meer’. Daar kunt u dan (laten) zeggen: ‘Derde statie: Jezus valt voor de eerste keer onder het kruis.’ Kaars aansteken en gebedje zeggen. Waarna u verdergaat met het verhaal en Simon van Cyrene  in beeld komt. Het is even een klus om gebruikmakend van de tekst uit de module- de veertien staties naar voren te halen.

  • voor de kinderen die iets moeten doen: een draaiboekje maken.
  • minstens 1x oefenen
  • met deze manier van kruisweg gaan, loopt u niet feitelijk langs de afbeeldingen aan de muur. Misschien kunt u een klein boekje maken voor de mensen die deze viering bezoeken. Daarin komt dan per statie: een afbeelding en de bijbehorende tekst (1e statie: Jezus wordt ter dood veroordeeld, bijvoorbeeld.).

Gebruik daarvoor als het gaat afbeeldingen van de kruisweg uit uw eigen parochie. Het boekje geeft u na afloop mee naar huis. Deelt u meteen boekjes uit, dan loopt u het gevaar dat iedereen met zijn neus in de boekjes duikt en niet of niet goed meekrijgt wat er zich rondom het binnengebrachte kruis afspeelt. En het is juist de bedoeling dat de beelden voor zich spreken .

Uitvoering

Die tekst wordt voorgedragen en iedere sprekende rol wordt lezend ingevuld. Daarbij kan bij iedere statie, bij iedere stap,  een symbool worden aangebracht.

Binnenkomst van de verteller

In stilte: sinds Witte Donderdag luiden er geen klokken of klinken er geen bellen of gongs in de kerk………

Korte inleiding

Waarin u ook uitlegt dat er bij iedere statie een kort gebed wordt gebeden. Die tekst plaatst u duidelijk zichtbaar aan de rand van het gebied waar de symbolen zullen worden geplaatst.

De staties

Bij statie 1: Jezus ter dood veroordeeld,
kan na het uitspreken van de tekst (in stilte) een doornenkroon  worden neergelegd.
Ná het voordragen van de tekst en het plaatsen van het symbool kan er door alle deelnemers samen gebeden ( het is eigenlijk een lied) worden:
‘Stap voor stap, dag na dag,
Wil ik Jezus volgen.
Hand in hand, heel de weg
wil ik gaan met Hem.’
Dit gebed  kunt u bij iedere statie herhalen.

Bij statie 2: Jezus neemt het kruis op zijn schouders:
Kruis binnendragen en in voetsteun neerzetten.
Gebed herhalen.

Bij statie 3: Jezus valt voor de eerste keer.
Hoogste opstapje plaatsen, rode doek erover en daarop kaars neerzetten en die aansteken.
Gebed herhalen.

Op kruiswegafbeeldingen zie je nl. dat Jezus eerst een knieval maakt, bij de volgende val ligt Hij dan vaak op handen en knieën en bij de derde val bezwijkt Hij helemaal en ligt Hij op de grond. Door de kaarsen op verschillende hoogtes te plaatsen bij die staties, wordt dat tot uitdrukking gebracht.

Statie 4: Jezus ontmoet zijn bedroefde moeder.
Enkele theelichtjes aansteken bij het kruis .
Gebed herhalen.

Statie 5: Simon van Cyrene helpt Jezus het kruis dragen.
Papier met tekst ‘Ik wil U helpen, Heer, uw last te dragen.’ Kan door het kind met de rol van Simon van Cyrene in stilte bij het kruis worden gelegd.
Gebed herhalen.

Statie 6: Veronica droogt het gezicht van Jezus af.
Kan met water en doek bij het kruis neerzetten.
Gebed herhalen.

Statie 7: Jezus valt voor de tweede keer.
Tweede opstapje plaatsen, rode doek erover en daarop kaars neerzetten en die aansteken.
Gebed herhalen.

Statie  8: Jezus troost de huilende vrouwen.
Enkele theelichtjes aansteken.
Gebed herhalen.

Statie 9: Jezus valt voor de derde keer.
Rode doek (event.: rood papier) op de grond leggen. Kaars aansteken.
Gebed herhalen.

Statie 10:  Soldaten nemen Jezus zijn kleren af.
Theelichtjes aansteken.
Gebed herhalen.

Statie 11: Jezus wordt aan het kruis genageld.
Spijkers (grote!) en hamer neerleggen. Spons neerleggen.
Gebed herhalen.

Statie 12: Jezus sterft aan het kruis.
Hier kunt u meerdere symbolen aan laten brengen: eerst: alle kaarsen uitblazen, rode doek over het kruis, doornenkroon ophangen (eventueel het opschrift: INRI. Dit betekent- in het Latijn- ‘ Dit is de koning van de Joden.’).
U neemt een tijdje stilte.
Dan bidt u het ‘Onze Vader’, weer enkele tellen stilte en vervolgens het gebed.

Statie 13: Maria neemt Jezus in haar armen/ Jezus wordt van het kruis genomen.
Rode doek van het kruis, doornenkroon op de grond.

Mariagebed:
Maria zegt: Ik ben de dienstmaagd van de Heer. Mij geschiede naar zijn Woord.
Allen: Wees gegroet , of: ‘Stap voor stap’

Statie 14: Jezus wordt in het graf gelegd.
Kannetje olie, potje zalf neerzetten  en rollen verband neerleggen…
Gebed herhalen.

Slot

Hoe zal dit verhaal eindigen? Met een voorgoed gesloten graf. Maria, Johannes, de andere apostelen wisten niet wat er zou gaan gebeuren…. Wij weten het intussen wél, wij mogen dat geloven….en daarom  zeggen we ook: ‘Ik geloof dat Jezus op de derde dag is verrezen uit de dood’?

Laten we bidden

Vader, God.  We hebben nu deel genomen aan het grote geheim van het lijden en sterven van Uw Zoon, Jezus. Help ons mee te begrijpen dat U ons door de dood en verrijzenis van uw Zoon nieuw leven hebt  gegeven. We vragen het U door deze Jezus, Uw Zoon en de heilige Geest. Amen.

Zegen

God wij vragen U om uw zegen. Bewaar ons voor onheil. En leid ons door dit leven tot het eeuwig leven. Amen.

Plaats verlaten: in stilte.  

* De liturgische kleur van Goede Vrijdag is rood.

Tips

U kunt natuurlijk ook gebruik maken van de tekeningen die de kinderen maakten tijdens de  bijeenkomst en van module 18.

Bespreek deze viering vooraf met de kinderen van uw groepje. Misschien hebben zij zelf goede  ideeën voor symbolen. Dat zou fantastisch zijn. Gebruik die ideeën dan ook . Hierboven werden enkel suggesties gegeven en het staat u natuurlijk vrij om andere symbolen te gebruiken.

Is er een catechesegroep voor 13-15 jarigen of voor 16plussers?  Misschien is het een idee om enkele deelnemers van die groep(en) te vragen om u te helpen bij de voorbereiding en begeleiding van deze viering.   

AD.2 Hernieuwing doopbeloften op paaszondag

Kinderen van deze leeftijd zullen binnenkort (of hebben onlangs) het Vormsel ontvangen. Daarbij hebben zij de hernieuwing van hun doopbeloften zelf ( individueel of als groep vormelingen) uitgesproken of zullen zij dat gaan doen.  Misschien werd/ wordt daarbij hun doopkaars gebruikt.

In sommige kerken wordt het gedeelte met de hernieuwing van de doopbeloften op Paaszondag herhaald (want dit gebeurt in de  Paasnachtwake  al.)
Bij die hernieuwing van de doopbeloften op Paaszondag  kunnen de kinderen in de grote groep van de bijeengekomen gelovige gemeenschap, tezamen mét die gemeenschap hun doopbeloften ook hernieuwen en daarbij hun doopkaars (weer) gebruiken. Bij de hernieuwing van de doopbeloften gaan zij staan, te midden van de andere kerkgangers. Ze zijn (worden) door hun Vormsel immers ‘volwassen gelovigen’ en helemaal opgenomen in de gelovige gemeenschap… Dat wordt op deze manier nog maar eens onderstreept.

Ook op Paaszondag krijgen de kerkgangers een kaarsje aangereikt tbv die ritus. Misschien kunt  u uw groepje manden met die kaarsen in de inkomstprocessie mee naar voor laten dragen. Hun eigen doopkaarsen zijn daar ook  bij (in aparte mand).
Daarna kunnen zij gewoon naar hun plaats gaan (en hun doopkaars meenemen) .
Natuurlijk kunt u hen ook de kaarsjes voor de andere kerkgangers mee uit laten delen , aan laten maken etc. En wellicht kan er iemand uit de groep lector voor voorbeden zijn…

Misschien kunt u ook regelen dat zij – als groepje alleen, of samen met het koor- het liedje zingen  uit de 2e bijeenkomst van module 18 , bij voorbeeld bij het begin of aan het eind van de H. Mis.

Pagina afdrukken | 3922 keer gelezen
Voor elke deelnemer is er voor elke bijeenkomst aanvullend materiaal beschikbaar. Indien er voor de begeleider aanvullend materiaal beschikbaar is, dan is dit vermeld in het begeleidersboek.
© 2012-2024 Bisdom Roermond