Handreikingen en bouwstenen voor vieringen - Pasen

Pasen

In de modules werd ruim aandacht geschonken aan leven vanuit je geloof. Door  voorbereiding,  uitvoering of participatie aan diaconale acties konden de jongeren ‘geloven in de praktijk brengen’ ervaren.  De Bijbel was daarbij steeds uitgangspunt.

Rond Pasen hebben de jongeren het al druk genoeg met deelname aan de vieringen, natuurlijk ook met school of  met deelname aan een diaconale actie. Het is dus niet zo’n gek idee om een evaluerende bijeenkomst te houden , ná de feestperiode, en die te beginnen met een korte viering. Een  gebedsviering. Want:  geloofspraktijk en diaconie worden immers  ook gedragen door  gebed.

De Kerk heeft haar eigen gebed: het getijdengebed. Daar kunt u met de jongeren en volwassenen altijd in meedoen.

Met de suggesties hieronder kunt u

  • een verantwoorde (getijden)gebedsviering opstellen.

In 2005 werd het ‘ Klein Getijdenboek ’ uitgegeven door  de Nationale  Raad voor Liturgie in opdracht van de Nederlandse Bisschoppenconferentie. Het biedt u beide een vereenvoudigde vorm van het getijdengebed en geeft u een  leidraad om te komen tot een verantwoorde  getijdengebedsdienst die aansluit bij de geloofspraktijk van de Kerk.

Voorbereiden:

  • Zorgen voor voldoende prints met uitgewerkte gebedsviering
  • Zorgen voor bekendheid, mocht u besluiten deze viering samen met de jongeren , parochianen  en andere kerkgangers te doen.( Parochieblaadje, dorps-of wijkkrant).
  • Beslis: in het kerkgebouw of parochieruimte?
  • Het is wellicht verstandig om het getijdengebed zelf op papier uit te werken en deze uitwerking te printen voor iedere deelnemer. Dat voorkomt onduidelijkheid en onrust omdat er anders heen-en –weer gebladerd moet worden in het getijdenboekje.
  • Bovendien hebt u dan niet voor iedere deelnemer een eigen getijdenboekje nodig, mochten er in uw parochie niet voldoende exemplaren voorhanden zijn.
     
  • Bereid de liederen voor en zorg eventueel voor iemand die u muzikaal kan ondersteunen.
     
  • Volg verder der vaste structuur van het getijdengebed , u vindt aanwijzingen in het boekje ‘ Klein Getijdenboek’ ( gegevens: zie onder).
  • Zeg de psalmen zoals dat bij het getijdengebed gebruikelijk is: een voorganger en 1 of 2 (gescheiden) groepjes .

Bijv. lector/ voorganger:

Bijv.ps. 118 (117, dit is een traditionele paaspsalm.)

 lector/ voorganger:

 Antifoon:

‘Dit is de dag die de Heer heeft gemaakt ( korte pauze)
‘wij zullen hem vieren in blijdschap.

Groep 1 + lector:
Brengt dank aan de Heer, want Hij is genadig ( korte pauze)
Eindeloos is zijn erbarmen.

Groep 2 + lector:
Herhaalt het, stammen van Israël, dankt de Heer ( korte pauze)
Eindeloos is zijn erbarmen.

En zo leest u dan de hele psalm verder.

Op het einde leest u:

Groep 1:
Eer aan de Vader, en de Zoon ( korte pauze)
en de heilige Geest.

Groep 2:
Zoals het was in het begin en nu en altijd
en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

Alle psalmen kunnen zo worden gelezen . Dat geeft het getijdengebed zo zijn eigen ritme , dynamiek en…rust.

Misschien kunt u enkele jongeren bijvragen om u te helpen bij de voorbereiding. Wanneer jongeren u helpen met het uitwerken is dat een extra  ‘leermoment’: de kennismaking met het gebed van de Wereldkerk.

Als korte bijbellezing kunt u gebruik maken van de lezing uit bijeenkomst 14, 16+.

Hier treft u de teksten aan die uit de bijeenkomsten 13 en 14 komen van de beide leeftijdsgroepen ( 13-15 en 16 + ). U kunt ze inpassen in de viering. U kunt zelf nog kiezen voor dag ( en tijd) en voor welk getijdenboek u als uitgangspunt gebruikt.

Teksten uit de bijeenkomsten die u kunt gebruiken

Het openingsgebed uit bijeenkomsten voor 16+ kunt u hier ook gebruiken als opening.

Vader in uw barmhartigheid hebt U de wereld zo liefgehad,
dat U ons uw Zoon zelf als Verlosser zond.
Hem liet U een leven leiden, geheel gelijk aan het onze, behalve de zonde,
om in ons te kunnen beminnen wat U liefhad in uw Zoon.
Door zijn gehoorzaamheid immers
hebt U ons uw genadegaven teruggeschonken,
die wij door de zonde van ongehoorzaamheid hadden verloren.

(Prefatie van de Latijnse liturgie van de 17e zondag door het (B-)jaar)

Gevolgd door het gebed naar Jesaja 52,13-53-: De lijdende Dienaar van de Heer… ( uit: bijeenkomsten 13-15 jarigen)

Antifoon:

Zie, mijn dienaar zal slagen,
hij zal oprijzen en hoog, zeer hoog verheven zijn.

Er was een tijd dat velen ontzet waren:
zijn verschijning was onmenselijk geschonden,
en zijn uiterlijk had niets meer van een mensenkind.

Maar eens zal hij vele volken opschrikken,
dan sluiten koningen hun mond vanwege hem,
omdat zij zien wat hun niet is verteld,
en begrijpen wat ze nooit hebben gehoord.

Wie heeft er geloofd in wat wij hebben gehoord?
Aan wie is de arm van de heer getoond?

Als een jonge plant schoot hij recht omhoog,
als een wortel die in dorre grond ontkiemt.
Zijn uiterlijk noch zijn schoonheid waren het bekijken waard;
hij was geen verschijning die onze bewondering wekt.

Geminacht en gemeden werd hij door de mensen,
man van smarten, met ziekte vertrouwd,
een mens die zijn gezicht voor ons verbergt,
door ons geminacht en als niet de moeite waard beschouwd.

Hij heeft onze ziekten op zich genomen,
en onze smarten heeft hij gedragen;
wij echter beschouwden hem als een geslagene,
door God gekastijd en vernederd.

Hij werd doorstoken vanwege onze opstandigheid,
vanwege onze zonden werd hij gebroken.
Hij werd gestraft; ons bracht het vrede,
en dankzij zijn striemen is er genezing voor ons.

Wij allen zijn als schapen verloren gelopen,
en ieder van ons is eigen wegen gegaan;
maar de heer heeft de schuld van ons allen op hem laten neerkomen.

Hij werd gefolterd, maar hij onderwierp zich;
hij heeft zijn mond niet geopend,
zoals een lam dat naar de slacht wordt geleid.
En zoals een schaap dat stom is voor zijn scheerders,
heeft hij zijn mond niet geopend.

Door een gewelddadig vonnis werd hij weggenomen;
wie denkt nog over zijn bestemming na?
Toch is hij uit het land van de levenden weggerukt,
geslagen vanwege de opstandigheid van mijn volk.

Men gaf hem een graf bij de boosdoeners,
en een laatste rustplaats bij de rijken,
hoewel hij geen onrecht heeft begaan
en er in zijn mond geen bedrog is geweest.

Maar het heeft de heer behaagd hem ziek te maken en te breken.
Waarlijk, hij heeft zichzelf tot een zoenoffer gemaakt
hij zal zijn nakomelingen mogen zien, en lang blijven leven;
en wat de heer behaagt zal door zijn hand slagen.

Vanwege het doorstane lijden zal hij het licht mogen zien en met kennis verzadigd worden.
Mijn dienstknecht zal zich een rechtvaardige tonen voor velen,
hun zonden laadt hij op zich.

Daarom geef Ik hem zijn deel te midden van de velen,
en samen met hun machthebbers verdeelt hij de buit,
omdat hij zijn leven gaf om te sterven,
en zich tot de opstandigen liet rekenen.
Hij had echter de zonde van velen op zich genomen
en kwam zo voor de opstandigen op.
Eer aan de Vader …..etc

De lezing uit de Bijbel komt uit bijeenkomst en 14 en 15, 16+

Na de sabbat, bij het aanbreken van de eerste dag der week, kwamen Maria Magdalena en de andere Maria naar het graf kijken. Plotseling ontstond er een hevige aardbeving en een engel van de Heer daalde uit de hemel, kwam naderbij, rolde de steen weg en zette zich daarop neer. Hij straalde als een bliksemschicht en zijn kleed was wit als sneeuw. De bewakers begonnen van schrik voor hem te beven en het leven scheen uit hen geweken. De engel sprak de vrouwen aan en zei: ‘Gij behoeft niet bevreesd te zijn; ik weet dat gij Jezus zoekt, de gekruisigde. Hij is niet hier. Hij is verrezen zoals Hij gezegd heeft; komt zien naar de plaats waar Hij gelegen heeft (…) Terstond gingen zij weg van het graf, met vrees en grote vreugde, en haastten zich het nieuws aan zijn leerlingen over te brengen. (Matteüs 28,1-8)

Binnengetreden in het graf zagen zij tot hun ontsteltenis aan de rechterkant een jongeman zitten in een wit gewaad. Maar hij sprak tot haar: ‘Schrikt niet. Gij zoekt Jezus de Nazarener, die gekruisigd is. Hij is verrezen. Hij is niet hier. Kijk, dit is de plaats waar men Hem neergelegd had. Gaat aan zijn leerlingen en aan Petrus zeggen: Hij gaat u voor naar Galilea; daar zult ge Hem zien , zoals Hij u gezegd heeft.’ (Marcus 16,5-7)

Zij vonden de steen weggerold van het graf, gingen binnen, maar vonden er het lichaam van de Heer Jezus niet. Terwijl zij niet wisten wat daarvan te denken, stonden er plotseling twee mannen voor hen in een stralend wit kleed. Toen zij van schrik bevangen het hoofd naar de grond bogen, vroegen de mannen haar: ‘Wat zoekt ge de levende bij de doden? Hij is niet hier, Hij is verrezen. Herinnert u, hoe Hij nog in Galilea tot u gezegd heeft: de Mensenzoon moet overgeleverd worden in zondige mensenhanden en aan het kruis geslagen, maar op de derde dag verrijzen.’ Zij herinnerden zich zijn woorden, keerden van het graf terug en brachten dit alles over aan de elf en aan al de anderen. (Lucas 24,2-9)

Ze liepen samen vlug voort, maar die andere leerling snelde Petrus vooruit en kwam het eerst bij het graf aan. Vooroverbukkend zag hij de zwachtels liggen, maar hij ging niet naar binnen. Simon Petrus die hem volgde, kwam ook bij het graf en trad wel binnen. Hij zag dat de zwachtels er lagen, maar dat de zweetdoek die zijn hoofd had bedekt, niet bij de zwachtels lag, maar ergens afzonderlijk opgerold op een andere plaats. Toen pas ging ook de andere leerling die het eerst bij het graf was aangekomen, naar binnen; hij zag en geloofde, want zij hadden nog niet begrepen hetgeen er geschreven stond, dat Hij namelijk uit de doden moest opstaan. Daarop keerden de leerlingen naar huis terug. (Johannes 20,4-11)

Lied: Alleluia ( zie bijvoorbeeld op Internet bij:  ‘liederen Taizé’)

Geloofsbelijdenis: U zou ervoor kunnen kiezen om het evangelie te laten volgen door de geloofsbelijdenis ( zie: bijeenk. 13 en 14, 13-15 jr.) omdat die in de bijeenkomst voor 13-15 jarigen is die gebruikt. Geloofsbelijdenis hoort echter niet in de vaste structuur van het getijdengebed thuis.

Lied: paasgezang uit ‘Zingt Jubilate’of ‘Laus Deo’

Gevolgd door de tekst naar Psalm 118 uit bijeenkomsten 13 en 14, 13-15 jr.

Dank de HEER, want Hij is goed,
zijn liefde kent geen grenzen.

U dank ik, U hebt mij verhoord,
U bent mijn redder gebleken.

De steen door de bouwers afgekeurd,
die steen is hoeksteen geworden.
Dat is het werk van de HEER,
een wonder is het in onze ogen.

Dit is de dag dat de HEER zich laat gelden,
een dag van jubel en vreugde.
Ach, breng ons redding, HEER,
HEER, breng ons toch voorspoed.

‘Gezegend die komt, met de naam van de HEER,
wij zegenen u vanuit het huis van de HEER’:
de HEER is God, zijn licht zal over ons stralen.
Vorm een feestelijke rondedans, groene twijgen in de hand,
rond de hoeken van het altaar.
U bent mijn God, U wil ik danken,
hoog zal ik U prijzen, mijn God.

Breng dank aan de HEER, want Hij is goed,
zijn liefde kent geen grenzen.

Eer aan de Vader …..etc.

(naar Psalm 118,21-29)

U kunt afsluiten met een lied. Bijvoorbeeld: ‘Het gebeurde in een nacht’( tekst in werkboek, bijeenkomst 14, 16+)

Info:

Klein Getijdenboek. 2005. Nederlandse Bisschoppenconferentie. Nationale Raad voor Liturgie.
Verkrijgbaar bij: Administratie NRL,  Biltstraat 121, 3507 LA  Utrecht.
In co-editie  met de Interdiocesane Commissie voor Liturgische Zielzorg. Brussel.
Verspreiding in België: LICAP, Guimardstraat 1, 1040 Brussel (BE) . ISBN: 90 6858 645 9

Pagina afdrukken | 1962 keer gelezen
Voor elke deelnemer is er voor elke bijeenkomst aanvullend materiaal beschikbaar. Indien er voor de begeleider aanvullend materiaal beschikbaar is, dan is dit vermeld in het begeleidersboek.
© 2012-2024 Bisdom Roermond