1237

Achtergrond bij de bijeenkomsten 13 en 14

+ Bijeenkomst 13, verwerking (brainstorm sessie):

Onder: ‘Praktische tips’ (voor diaconale acties)

België : www.broederlijkdelen.be : thema 2014 – Dwars door Nicaragua, een te sponsoren mountainbiketocht van 500 km voor speciale humanitaire doelen.

Nederland: www.scholen.vastenaktie.nl  ontwikkelingsprogramma’s voor Sierra Leone.

Andere vastenacties via bisdommen of bijvoorbeeld ‘Kerk in Nood’.

Bijeenkomst 13, aanvullende teksten:

Het zevende gebod!

Zo lezen we bij Sint Paulus…...

‘Wanneer heidenen die de wet niet hebben, uit zichzelf doen wat de wet verlangt, zijn zij zichzelf tot wet, al bezitten zij de wet dan niet. Door hun daden tonen zij, dat de wet in hun hart geschreven staat, waarbij komt het getuigenis van hun geweten, terwijl hun gedachten hen over en weer beschuldigen of ook wel vrijspreken, in afwachting van de dag waarop God volgens mijn evangelie over de verborgen daden van de mens zal oordelen, door Christus Jezus.’ (Romeinen 2,14-16)

En ook nog… in verband met het zevende gebod…

‘Wie een dief was, moet niet meer stelen, maar zich inspannen met eerlijke arbeid; dan kan hij de behoeftige iets geven.’ (Efeziërs 4,28)

‘(…) Dieven, uitbuiters (…) oplichters, zij zullen het Koninkrijk Gods niet erven.’ (1 Korintiërs 6,10)

‘Geeft ieder wat hem toekomt: belasting en rechten aan wie gij belasting en rechten verschuldigd zijt, ontzag en eerbied aan wie ontzag en eerbied toekomt.’ (Romeinen 13,7)

Een wereld van verschil

Zoals we reeds schreven, de geboden 4 t/m/ 10 gaan over de relatie tussen mensen, waarbij God uiteraard eveneens betrokken is. Want kwaad aan de mens aangedaan voelt voor God alsof het kwaad Hem is aangedaan. Dat is een gevolg van Gods onbeschrijfelijke liefde voor iedere mens (zie Psalm 8).

Gebod 7 verbiedt ons ‘het bezit’ van de naaste (dat wil zeggen iedere mens) weg te nemen of onrechtmatig achter te houden waardoor iemand op welke manier dan ook in zijn bezit tekort wordt gedaan (CKK 2401). Stelen is verkeerd omdat het in de regel voortkomt uit hebzucht (begeerte om te bezitten). Maar stelen kan bijvoorbeeld ook plaatsvinden om te kunnen overleven; bijvoorbeeld een arme steelt een brood. Dan is het nog wel ‘stelen’(en dus objectief verkeerd) maar gelden toch ten opzichte van God en de medemens verzachtende omstandigheden. Tenslotte is het door God geschonken (en beschermde) leven oneindig belangrijker dan wat ook.

Maar, zoals opgemerkt, gebod 7 heeft eigenlijk een veel ruimere reikwijdte zoals we ook kunnen lezen in de Catechismus van de Katholieke Kerk (CKK 2401-2463). Iemand de vereiste eerbied en ontzag onthouden staat eveneens gelijk met diefstal (Romeinen 13,7).

Dit gebod schrijft ons ook voor rechtvaardig te zijn en de naastenliefde te beoefenen bij het beheren van alle aardse goederen. Er wordt van ons gevraagd om hetgeen onze arbeid ons oplevert te delen met onze naaste, vooral de behoeftigen. God heeft zijn schepping, de aarde, immers bestemd voor alle mensen.

Want…

Lees nog maar eens het bijbelboek Genesis waar God aan het begin ‘de mens’ (en dat mag je vertalen met ‘de hele menselijke gemeenschap’) het gezamenlijke beheer van de aarde en haar natuurlijke hulpbronnen heeft gegeven. De (goddelijke) opdracht aan de mens is verder de aarde door arbeid aan zich te onderwerpen om van haar vruchten te kunnen genieten. Denk aan onze titel voor deze bijeenkomst: God zegt: ‘… doen!’

Dat alles betekent niet dat God er iets op tegen heeft dat men probeert privévermogen te verwerven. Maar het is goed ons te realiseren dat de vrijheid en de waardigheid van iedere mens vereist dat ook iedereen in beginsel de kans moet krijgen te kunnen delen in al hetgeen Gods schepping aan goederen en vruchten oplevert. En wanneer men om uiteenlopende redenen niet in staat is in zijn eigen fundamentele behoeften te voorzien, of wanneer men de verantwoordelijkheid draagt voor de noden en het welzijn van anderen (bijvoorbeeld voor kinderen, zieken, ouderen, armen) dan is het de christelijke plicht bij te dragen aan het gemeenschappelijk welzijn.

Al in het Oude Testament kunnen we zien dat heel de aarde en al wat de mens bezit beschouwd wordt als door God geschonken. Eigenlijk hebben we het te leen, wij beheren de schepping voor God en dienen dat zo goed mogelijk te doen in zijn Naam. God is de eigenlijke eigenaar en iedereen is aan Hem verantwoording verschuldigd. Het oude verbond legt hier zeer duidelijk de nadruk op. Het Nieuwe Testament sluit hier haast naadloos bij aan. En zoals we ook al zagen bij de ‘zaligsprekingen’ preciseert Jezus het nog eens door zeer uitdrukkelijk de armen in alles te willen laten delen. De evangelist Lucas verhaalt in dit verband: ‘Hij gaf hun ten antwoord: ‘Wie dubbele kleding heeft, laat hij delen met wie niets heeft en wie voedsel heeft, laat hij hetzelfde doen.’ (Lucas 3,11)

Het christelijke geloof heeft altijd de eerbied voor de personen en hun bezittingen gekoppeld aan een oproep tot rechtvaardigheid in economische verhoudingen. Vooral de armen staan daarbij centraal. Lees maar:

‘De heilige Chrysostomus  herhaalt het met aandrang: ‘De armen niet laten delen in uw eigen bezittingen is hen bestelen en hen beroven van het leven. Wat we bezitten is niet ons eigendom, het is het hunne. Op de eerste plaats moet men voldoen aan de eisen van de rechtvaardigheid, uit vrees dat men anders als liefdegave zou aanbieden, wat men in feite verschuldigd is krachtens de rechtvaardigheid.’ (CKK 2446)

Aandacht voor de schepping, aandacht voor alle leven op aarde, voor alle hulpbronnen en alle verworvenheden van hetgeen de aarde de mens oplevert, zou ertoe moeten leiden dat er een natuurlijke solidariteit ontstaat tussen de mensen. De Kerk heeft het altijd als haar taak gezien dat niet slechts enkelen, maar iedereen kan genieten van de welvaart zoals die zich in het maatschappelijk leven manifesteert. Als antwoord op het arbeidersvraagstuk in de 19e eeuw ontwikkelde de katholieke Kerk haar sociale leer.

Vrijheid en gerechtigheid

Gebod 7 en gebod 10 worden geregeld samen genoemd. De oproep ‘Gij zult niet stelen’ en ‘Gij zult niet begeren wat uw naaste toebehoort’ zou je inderdaad kunnen zien in het verlengde van de vrijheid van de mens (die je niet mag aantasten) en de inzet voor gerechtigheid. En dat laatste moet je zeer breed zien omdat dit tevens insluit: rechtvaardige arbeidsorganisaties en een economische orde die er is ten gunste van alle mensen op aarde. Als christenen hebben wij een directe verantwoordelijkheid voor een juiste omgang met eigendom in al zijn vormen.

Denk hierbij ook aan bijvoorbeeld Alfons Ariëns (1860-1928), die opkwam voor rechtvaardige lonen van werknemers. In België was priester Daens (1839-1907) een zeer bekend voorvechter voor sociale gerechtigheid.

Drie sociale encyclieken (pauselijke brieven) ‘Rerum novarum’ (over kapitaal en arbeid – paus Leo XIII, 1891) en ‘Centesimus annus’ (Het honderdste jaar – paus Johannes Paulus II, 1991) schetsen de maatschappelijke en economische ontwikkelingen in de tijd en geven aanwijzingen voor een christelijke houding ten opzichte van al die ontwikkelingen. Nog onlangs verscheen ‘Caritas in Veritate’, een encycliek van paus Benedictus XVI over ondermeer dit onderwerp.

Voorop staat dat de mens waardig als mens moet kunnen leven ongeacht de tijdgeest (steeds veranderend sociaal en economisch leven) en dat wij als mensengemeenschap daar samen een verantwoordelijkheid voor hebben.

Pagina afdrukken | 2822 keer gelezen
Voor elke deelnemer is er voor elke bijeenkomst aanvullend materiaal beschikbaar. Indien er voor de begeleider aanvullend materiaal beschikbaar is, dan is dit vermeld in het begeleidersboek.
© 2012-2024 Bisdom Roermond